De ondertitel van het congres luidt ‘Koudetechniek: meer dan ooit in beweging!’. Wat wordt met die ‘beweging’ bedoeld?
Ronald: “In de koudetechniek zijn allerlei ontwikkelingen gaande. Zo is er de groeiende noodzaak om zo energiezuinig mogelijke installaties te ontwikkelen, hebben we als sector te maken met de afbouw van F-gassen en zien we de opmars van warmtepompen, zowel in individuele woningen en bij stadswarmte als in de industrie. Er is veel dynamiek in het vakgebied; daar verwijst de ondertitel naar.”
Patrick: “We willen op het congres de meest actuele onderwerpen voor het voetlicht brengen. Aan de onderwerpen die Ronald noemt, zie je al meteen dat koudetechniek allang niet meer alleen over ‘het maken van koude’ gaat. De sector heeft bijvoorbeeld ook te maken met dynamische energieprijzen en de toenemende vraag naar thermische buffering. Het vakgebied is letterlijk ‘meer dan ooit in beweging’.”
Hoe heeft de themacommissie de inhoud van het congres samengesteld?
Ronald: “Dat begon met een brainstorm waarbij we als commissie allerlei onderwerpen op papier hebben gezet. Vervolgens zijn de meest actuele en belangrijke ontwikkelingen eruit gefilterd; dat zijn eigenlijk de onderwerpen die we net noemden: de F-gassenuitfasering, energiebesparing en warmtepompen. Rond die onderwerpen is vervolgens een programma opgebouwd, waarbij we hebben gelet op een goede balans tussen beleid, techniek en wetenschap. Tijdens dat proces kwamen vanzelf suggesties voor goede sprekers naar voren.”
Patrick: “De themacommissie telt zes leden die allemaal een uitgebreid netwerk in de koudetechniek hebben, deels ook in het buitenland. Daardoor was het relatief eenvoudig om de beste sprekers te vinden. Zo hebben we ook gemakkelijk contact kunnen leggen met de Noorse hoogleraar Armin Hafner, een expert op het gebied van CO₂ als koudemiddel. Het was soms wat lastiger om mensen bereid te krijgen om op het congres te spreken; dat is toch een tijdsinvestering waar geen financiële vergoeding tegenover staat. Uiteindelijk is het gelukt; we hebben een uitgebreid programma met zeer deskundige sprekers samengesteld.”
Op welke doelgroep is het congres gericht?
Patrick: “De doelgroep is heel breed: van installateurs en distributeurs tot adviseurs. Eigenlijk is het congres bedoeld voor iedereen die professioneel is geïnteresseerd in koudetechniek. We hebben een breed programma samengesteld om zoveel mogelijk mensen aan te spreken, en waarin zowel politieke discussies als hardcore koudetechniek aan de orde komen.”
Wat zijn de belangrijkste redenen om dit congres te bezoeken?
Patrick: “Ik denk dan vooral aan het brede programma met sprekers die over enorm veel kennis beschikken. Ik had het al over Armin Hafner, die echt een autoriteit is in zijn vakgebied, en dat geldt voor veel meer van de sprekers. Het zijn vakgenoten die enthousiast zijn om kennis over te dragen waar je in je dagelijkse werkpraktijk echt wat aan hebt.”
Ronald: “Een aanvullende reden is dat er volop mogelijkheid is om vakgenoten ‘live’ te spreken en te netwerken. Verder zijn de meeste sprekers tijdens het congres prima benaderbaar voor aanvullende informatie of om vragen te stellen naar aanleiding van hun presentatie. Die interactie kan een groot verschil maken; als je een artikel of boek leest, kun je soms met aanvullende vragen achterblijven. Als dat donderdag gebeurt, kun je ze meteen stellen en krijg je direct antwoord.”
Wanneer is het congres geslaagd? Wat moeten bezoekers na afloop mee naar huis nemen?
Ronald: “Het is uiteraard de bedoeling dat alle bezoekers daadwerkelijk kennis hebben opgedaan. Ik zou het daarnaast heel mooi vinden als mensen na afloop geïnspireerd zijn om zich in bepaalde onderwerpen verder te verdiepen, en zichzelf voornemen er ook nog eens over door te praten met collega’s.”
Patrick: “Daar sluit ik me volledig bij aan. In dat kader zou het ook goed zijn als we met dit congres de interesse voor natuurlijke koudemiddelen verder aanwakkeren. Vooral de wat kleinere installateurs die altijd met F-gassen hebben gewerkt, zijn soms terughoudend bij de overstap naar alternatieven. Ik zou het toejuichen als we niet alleen veel kennis kunnen delen, maar bij sommige congresbezoekers bijvoorbeeld ook de angst voor het gebruik van propaan en CO₂ wegnemen en ze kunnen inspireren om ermee aan de slag te gaan in hun dagelijkse praktijk.”